Bekken- en heupklachten kunnen voorkomen bij:
- Zwangere vrouwen (met pieken bij 3 en 7 maanden)
- Vrouwen na de bevalling (direct na de bevalling tot jaren later)
- Vrouwen rond de overgang
De klachten komen vaak op de volgende plaatsen voor:
- Laag in de rug/boven de billen, soms met uitstraling naar voren of naar de bil, meestal aan één kant
- Bij het schaambeen
- In de lies
- Rond het stuitje
- Aan de zijkant of achterkant van de heup
- Verhoogde druk bekkenbodem
- De pijnklachten zijn vaak wisselend. Het kan branderig, juist zeurend of soms scherp aanvoelen
Meestal worden de klachten erger als je teveel hebt gedaan, bijvoorbeeld lang staan, lang zitten, lang lopen, op één been staan, gebukt staan, omdraaien in bed, opstaan en traplopen.
De behandeling bestaat uit:
- Theoretische uitleg over het bekken en de spierwerking
- Het leren gebruiken van de juiste spieren om het bekken te stabiliseren
- Het aanleren van een symmetrisch bewegingspatroon
- Het verbeteren van de houding in het dagelijks leven
- Oefeningen om de pijn te verminderen
- Ademhaling- en ontspanningsoefeningen
- Bij zwangere vrouwen aanleren van de voorbereiding op de bevalling en het aanleren van de juiste perstechniek
- Oefeningen voor in het kraambed
- Houdingsadviezen m.b.t. het verzorgen van de baby
- Opbouwen van activiteiten, conditieverbetering, advies over sport
- Advies over hulpmiddelen zoals een bekkenband